De Romeinse Catacomben, die dateren uit de 2e eeuw, zijn een uitgestrekt netwerk van ondergrondse begraafplaatsen die zich meer dan 600 kilometer onder de stad uitstrekken. Oorspronkelijk werden ze door de Etrusken uitgehouwen voor mijnbouw, maar later werden ze door Joodse en vroegchristelijke gemeenschappen omgebouwd tot begraafplaatsen, omdat de Romeinse wetten begraven binnen stadsmuren verboden. Christenen gaven de voorkeur aan begraven boven cremeren, omdat ze geloofden in lichamelijke opstanding. Deze catacomben dienden ook als geheime ontmoetingsplaatsen tijdens de vervolging, met fresco's en inscripties die vroegchristelijke symbolen onthullen. Opmerkelijke plaatsen zoals San Callisto en San Sebastiano herbergen graftombes van pausen en martelaren. Vandaag de dag zijn er vijf catacomben opengesteld voor het publiek en bieden ze een kijkje in de spirituele en artistieke nalatenschap van de vroege christenen.